"OEREND HARD" Marti ten Kate en Rob Weeda

Gerard:
Mijn vrouw Dineke en ik maken op vrijdagmiddag 23 september onze vouwwagen schoon. We zitten voor de opgezette tent voor ons huis in het zonnetje met een kop thee. De Franse vakantie zit er op en we maken een praatje met een ons onbekende heer, die met twee hondjes langsloopt. Hij blijkt op bezoek bij zijn dochter. Hij is al weer een paar jaar geleden na een hartaanval met zijn werk als internationaal vrachtwagenchauffeur gestopt. We hebben het even met hem over de grote afstanden die je in Frankrijk op de borden ziet tussen de grote steden. Hij glimlacht erom en vertelt dat hij ooit met zijn bedrijfsarts zijn totaal aan 'vrachtwagenkilometers' uitrekende en op meer dan 6 miljoen kilometers komt. Door dit relativerende intermezzo kom ik direct bij het boek van Marti ten Kate dat hij met Rob Weeda (sportjournalist bij het AD) als een 'Tonnie Dirks-achtig plakboek' samenstelde. Marti ook een 'loopbeest', dat op zijn 16e begint met lopen moet een enorme hoeveelheid kilometers op zijn teller hebben en hij loopt, traint en clinict nog steeds. In zijn wedstrijdperiode zijn weken van rond de 200 trainingskilometers heel gewoon. Volgens Wikepedia-gegevens staat de totaalteller al tussen de 175.000-200.000 km en heeft hij al bijna 5 keer rond de aarde gehold! Heel toepasselijk hebben de 17 hoofdstukken van het boek dan ook veel steden op die wereldbol als titel. Marti's loopavonturen strekken zich uit van Zuidwolde tot Nagano en van Kitzbuhelhorn tot Vurimäki. Het boek staat vol met relikwieën uit Marti's 'looparchief'. Het boek (oplage 3.000) zal 'kilometervreters' zeker boeien, omdat veel bekende cracks de revue passeren. De in de zijkanten van de bladzijden opgenomen wereldnieuwtjes maken de vormgeving van het boek nog verwarrender dan die al is met de vele cijferkolommen en een hoofdstuk met ingewikkelde loopbolletjes en looptijdlijnen. Maar Marti slaagt er wel in zijn loopverhalen heel persoonlijk te maken. Zo passeert zijn Klukkluk-taal in een verhaal over 'dobbelsteenlopen' (speciaal voor onze trainer Boudewijn een must) en vertelt hij komisch over het missen van de afslag Leuden in oktober 1981 als een 20 km op zijn programma staat. Hij is dan vergeten de S op te schrijven! Een leuke anekdote met Marti vertelt clublid Aart Bakker mij. Hij wil (in Zwolle, dacht ik) met Marti voor NK-deelname een tijd neerzetten op de 5.000 meter. Marti zet zoals gebruikelijk al vroeg na de start een hoog tempo in en denkt Aart al vrij snel kwijt te zijn. Maar toen hij omkeek zag hij de brutale Aart nog vlak achter zich lopen. Zijn verbaasde blik spreekt boekdelen. Ze dwingen beiden met hun tijd deelname voor het NK af. Marti is inderdaad een 'verhaal apart' en ook zonder Norton of BMW gaat hij voorlopig nog Oerend Hard.

Koos:
Uitgerekend voor het boek over de man, die in zijn jeugd al grote brillen droeg en vanwege zijn zwakke gezichtsvermogen graag met een zonnebril hardliep en dat als handelsmerk cultiveerde, moet je over wel heel goede ogen beschikken. Want de mini letters laten zich moeilijk lezen, zeker als een alles overschaduwende blauwe achtergrond is gekozen. De lay-out is rommelig. Alsof de held van dit boek een kruiwagen vol ten Kate knipsels en dagboeken heeft afgeleverd bij een redactie, met het verzoek niets ongebruikt te laten. Zo lees je niet alleen over alle facetten van de Charlie Chaplin-achtige man, wat vanzelfsprekend is, maar lees je in een nog kleinere letter in de marge over het totale wereldgebeuren en krijgt ook nog per jaar een lijst bekende borelingen en overledenen uit de hele wereld voorgeschoteld. Een overload aan gegevens, de samenstellers willen teveel. Zo krijg je bij Marti's loopjaar 1986 te lezen dat Bram v.d. Vlugt voor het eerst Sinterklaas speelt, er een biljet van 250 gulden komt, Aruba zich van de Antillen afscheidt, het eerste computervirus de wereld overspoelt, en zo kolomt dat maar door. Zie het nut van het plaatsen in historisch perspectief niet in. Tussen de tekst over Marti's hardlopen lees je opeens over de Elfstedentocht of de treinkaping bij de Punt. Wie heeft bedacht dat dit in één moeite door ook wel een geschiedenisboek kon worden? Ik vrees dat de centrale figuur met zijn kenmerkende droge humor - die in ons clubhuis ooit volop klaterend gelach, applaus en waardering wist te oogsten - de lat van zijn boek te hoog heeft gelegd, of de regie teveel uit handen heeft gegeven. Een bekende journalist is niet automatisch een goede boekenproducent.
Nog erger is dat de zetspiegel soms groter is dan de bladspiegel, waardoor woorden over de rand vallen.
Er is één wedstrijdfoto die wel 100 x in het boek terugkeert, alle minimaal afwijkend. Zoek de verschillen!
Er staan ook vreemde symbolen en tabellen in het boek, waarvan ik de strekking niet begreep, althans niet bereid was daar een tijd op te gaan studeren. Vast goed bedoeld allemaal, maar een stuk gecompliceerder dan Marti's lopen.
Inhoudelijk, inzake Marti's looplevensloop, zijn er genoeg boeiende dingen te lezen. De man die zich zo letterlijk het snot voor de ogen kon lopen trainde als een bezetene, maar was ook niet vies van zijn favoriet Grolsch.
Een interessant boek voor Marti-tijdgenoten, maar een oerend chaotisch boek voor de generaties daarna. Dus bij een tweede druk: gooi de ballast en onzin er uit. De grote kleine man verdient een beter boek.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten